Geef jij ook aandacht aan de zilveren weken in het onderwijs, de opvang, (sport) vereniging waar kinderen en jongeren samen komen na de kerstvakantie?
Een groep is voor kinderen erg belangrijk en heeft verschillende functies:
- Erbij horen, zich identificeren met een groep
- Eigen identiteit ontwikkelen, zich onderscheiden van andere kinderen in de groep
- Leren van waarden en normen, samen leren leven met andere kinderen en volwassenen (socialisatie)
- Leren omgaan met de materialen en de omgeving
Groepen in het onderwijs, de kinderopvang zoals op de BSO, de (sport)vereniging hebben verschillende kenmerken:
- Structuur waarin ieder kind een eigen plaats of positie heeft
- Vaste rituelen en gebruiken
- Patroon van normen en waarden. Kinderen houden zich min of meer vanzelfsprekend aan de daaruit voortvloeiende regels
- Kinderen hebben onderling een relatie met elkaar en er kunnen vriendschappen ontstaan
Iedere groep kent zijn eigen dynamiek. Dit betekent dat er binnen de groep altijd ‘beweging’ is. De beweging in een groep en de processen die dit met zich meebrengt, noemen we groepsdynamica. Het ontstaan en de vorming van een groep is een dynamisch proces. Naar deze dynamiek is veel onderzoek gedaan en het blijkt dat er verschillende fasen in te herkennen zijn. Fasen waar iedere groep doorheen gaat. Het is handig inzicht te hebben in de verschillende fasen zodat je de fasen herkent en reacties van groepsleden begrijpt en daar effectief op kunt inspelen.
Als pedagogisch professional of vrijwilliger stuur je het groepsproces door op het volgende te letten:
– Wees je bewust van de genoemde fases in groepsvorming.
– Wees je bewust van jouw rol.
– Speel constant in op wat je ziet.
– Benader je groep positief.
De fasen van groepsontwikkeling
1. Oriëntatiefase (of inclusiefase) / forming
2. Machtsfase (ook wel controlefase of conflictfase genoemd) / storming
3. Affectiefase (of integratiefase) / norming
4. Autonome fase (of uitvoeringsfase) / performing
5. De afsluitingsfase (of eindfase) / (termination / adjourning)
In het onderwijs spreken ze van gouden, zilveren en bronzen weken
Gouden, zilveren en bronzen weken in het onderwijs zijn de weken na lange vakanties (2 of meer weken) waarin de groepsdynamiek een belangrijke rol speelt. Ook in andere omgevingen waar kinderen en jongeren samen komen, zoals op de BSO, de (sport) vereniging, maar ook het jeugd & jongeren werk, zien we vaak dezelfde beweging in de groepsdynamiek.
De Zilveren Weken zijn de twee weken na de kerstvakantie
Het proces van groepsvorming begint na elke vakantie weer opnieuw. Geef in de Zilveren Weken opnieuw aandacht aan aan een positieve en veilige groep. De pedagogisch professional kan hierbij het verschil maken en speelt een essentiële rol.
Heb daarnaast oog voor kinderen die zich in lastige situaties bevinden. Net voor en na de kerstvakantie ontstaan er hulpvragen bij kinderen die minder weerbaar zijn en/of gepest worden in groepen waar de groepsdynamiek minder positief is verlopen of in deze fase onrustiger wordt. Sommige vinden geen aansluiting, lopen vast en hebben het moeilijk.
Het vertrouwen dat de situatie nog zal verbeteren, neemt vaak af voor deze kinderen, met name kinderen die gepest worden. Kinderen gaan minder goed functioneren, komen met minder plezier naar school, de BSO of sportvereniging en krijgen klachten.
Zorg dat jij oog voor ze hebt en zet in op steun en ga aan de slag met je groep door bewust de fasen van de groepsvorming opnieuw te doorlopen. We geven voor elke fase een praktische tip:
1. Oriëntatiefase (of inclusiefase) / forming
Besteed (opnieuw) extra aandacht aan ieder kind zien, begroeten en contact maken en borduur voort op of kies het motto met de groep voor het aankomende half jaar en maak afspraken hoe het ‘omgaan met elkaar’ er uit ziet tot de zomervakantie. Verdiep de kennismaking met elkaar.
2. Machtsfase (ook wel controlefase of conflictfase genoemd) / storming
Bewaak de afspraken die gemaakt zijn in het omgaan met elkaar, ondersteun bij het toepassen daarvan en geef positieve feedback op goed gedrag dat kinderen en jongeren tonen. Door de storming en norming om te draaien krijg je grip op de groep en verloopt de storming fase vaak milder.
3. Affectiefase (of integratiefase) / norming
Investeer in respectvolle omgang, elkaar nog beter leren kennen om gaan met elkaars verschillen en benadruk vooral de overeenkomsten. Geef de groep de kans om samen besluiten te nemen, bijvoorbeeld over de invulling van activiteiten.
4. Autonome fase (of uitvoeringsfase) / performing
De kans is groot dat je in de loop van de periode na de kerstvakantie ontdekt dat door jouw begeleiding een positieve groepssfeer is ontstaan. Blijf actief volgen hoe het gaat met jouw groep, een groepsproces is altijd kwetsbaar. Speel spelenderwijs en gericht in op wat extra aandacht nodig heeft.
5. De afsluitingsfase (of eindfase) / (termination / adjourning)
Soms is afscheid nemen van een groep omdat kinderen uit elkaar gaan door bijv. het doorschuiven naar een andere groep op school, de BSO, een sportteam lastig. Zeker als de groepsvorming positief is verlopen. Daarnaast zien we vaak normvervaging. Dit betekent niet dat je alles toestaat of accepteert. Blijf wijzen op de regels en afspraken en bekrachtig positief gedrag.