Grenzen ontploffen
Elke ouder loopt wel eens tegen een onnodige discussie op met zijn of haar kind. De kleren slingeren rond, de schooltas is ontploft, de restanten van even lekker wat eten en drinken na schooltijd zijn overal te zien, de sportkleding ligt verspreid over de kamer en zo heeft ieder zijn eigen voorbeeld wel op het netvlies. Er zijn regels afgesproken en deze worden niet nageleefd, of dat wat je net hebt afgesproken is je kind blijkbaar al weer vergeten.
Als ouder is het belangrijk om grenzen te stellen en te weten waarom je grenzen stelt. Kinderen proberen deze grenzen uit, en willen liefst dat de regels omgebogen worden naar wat zij willen. Als ouder is het belangrijk om (op een juist moment) uit te leggen aan je kind waarom er een grens is. Dit hoef je niet elke keer te doen als je kind met jou in discussie wil gaan. De kinderen weten en kennen jouw grenzen en regels.
Voor kinderen is het belangrijk dat grenzen duidelijk zijn, omdat ze dan weten zij waar ze aan toe zijn en tot hoe ver zij kunnen gaan. Het hoort echter bij kinderen om grenzen van hun ouders te verkennen en grenzen op te zoeken. Kinderen proberen vaak om de grenzen die hun ouders stellen op te rekken. Het ene kind doet dit meer dan het andere kind, maar over het algemeen zullen alle kinderen telkens de grenzen van hun ouders testen.
Het is niet alleen belangrijk om duidelijk te zijn. Consequent zijn is een tweede stap die belangrijk is bij het stellen van grenzen. Niet alleen voor jezelf maar ook voor je partner of een andere verzorger van je kind. Als laatste, maar zeker niet het minst belangrijk is het samen overleggen met je kind over de grenzen en de regels. Het samen bespreken van wat jij belangrijk vindt en wat je kind als grens wilt draagt bij aan het succes van het opvolgen en naleven ervan. Bedenk dat je kind groeit in leeftijd en in verantwoordelijkheidsbesef. Dit betekent dat op een bepaald moment de regels versoepeld of veranderd kunnen worden.
Het vastleggen in een document of contractje van wat je afspreekt is een handige stap in je afspraken. Dit kan gaan over afspraken en regels over ergens spelen, hoe laat je kind thuis moet zijn, tot afspraken over beeldschermtijd of het krijgen van snoep. Onderteken dit allebei en hang of leg het op een plek waar jullie het makkelijk kunnen zien of vinden.
Emoties en gesprek aangaan
Zoals gezegd is het voor iedereen lastig om de afspraken te onthouden of er naar te leven. Je bent als ouder geen robot en je kind ook niet. Soms zul je heel goed tegen bepaald gedrag van je kind kunnen en op andere momenten wat minder (bijvoorbeeld als je na een dag hard werken thuis komt). Het kan dan ook voorkomen dat je als ouder onredelijk bent tegen je kind en je soms boos wordt zonder duidelijk reden. Bedenk dan dat je hier wel op terug moet komen bij je kind. Kies voor het bespreken een moment dat jij en je kind weer rustig zijn, dat de boosheid gezakt is en dat je er beide klaar voor bent om het gesprek aan te gaan. Soms is dat al na vijf minuten, soms kan het een dag duren, maar benoem wel wat jij lastig vond aan het gedrag van jezelf of van je kind. Leer je kind dat ouders ook fouten kunnen maken en dat ouders dus ook (af en toe) sorry moeten zeggen.
Grenzen aangeven
Je geeft je grens aan met woorden. In sterke duidelijke taal geef je aan wat je ziet of waar je last van hebt. Behalve dat je verbaal je grens aangeeft, is het belangrijk dat je gehele lichaam deze grens aangeeft. Dit betekent dat je sterk staat en kijkt, maar ook dat je gezicht met je emoties vertellen dat je wilt dat iets stopt. Als je met een lach op je gezicht je kind vertelt dat je wilt dat het stopt met een bepaald gedrag, zal deze boodschap niet binnenkomen. Dit maakt het een stuk begrijpelijker dat wanneer je bijvoorbeeld aan het koken bent en terloops een grens aangeeft, het niet zo raar is dat deze niet binnenkomt bij je kind.
Consequent zijn bij aangeven van je grenzen is belangrijk. Een kind zal een grens makkelijker aanvaarden wanneer er telkens dezelfde opbouw in zit. Bij het toepassen van zowel straf als een beloning is het goed als er een verband is tussen de regel en de straf/ beloning. Een kind wat te laat thuis komt kan als straf een week langer vroeger thuis moeten komen, terwijl een kind wat netjes op tijd komt, de volgende keer een half uurtje later mag thuis komen. Door de straf/ beloning wordt de regel nog eens extra duidelijk gemaakt. De straf/ beloning moet dan ook het liefst zo snel mogelijk op de overtreding of het naleven van de regel volgen, zodat ook hierdoor het verband tussen de regel en de straf/ beloning duidelijk is
Positief
Tot slot grenzen stellen en regels benoemen heeft een negatieve lading. Maar toch kun je dit omzetten in positieve zinnen, of positieve gedachtes of zelfs complimenten.
Richt je niet op wat je niet wilt, maar juist op wat je wel wilt. Buig je ‘niet-zinnen’ om naar ‘wel-zinnen’. Waardeer wat goed gaat en richt een compliment op wat je ziet wat er wel is gebeurd. Hierbij richt je de aandacht op het gedrag dat goed is gegaan. Daarnaast benoem je wat je graag anders ziet. Bijvoorbeeld als de tafel is nog niet afgeruimd. Ik zie dat jullie al hebben gegeten, wat goed. Wat hebben we ook al weer afgesproken over wat je na het eten doet? (in plaats van ik zie dat je alweer niet hebt afgeruimd).
Door Jolanda Broex – Trainer Omgaan met Pesten – Larrossupport.nl