Het is woensdagmiddag tegen 4 wanneer ik besluit met mijn zoontje Sam van 5 jaar naar de bibliotheek te gaan; de geleende boekjes zijn weer gelezen en het is tijd voor een nieuwe voorraad.
Enthousiast klimt hij achterop de fiets bij mij en bij aankomst rent hij alvast naar binnen, terwijl ik mijn fiets parkeer.
Wanneer ik de boeken ingeleverd heb en naar achteren loop richting de kinderboeken, komt Sam op mij afgerend en zegt duidelijk geëmotioneerd: “Mama…HIJ pest mij….hij schold me uit voor iets wat ik niet begrijp maar het klonk echt helemaal niet aardig!”
De jongen, 2 koppen groter dan Sam, probeert een stoere blik vast te houden maar het is duidelijk aan zijn houding te zien dat de opmerking van hem niet aardig bedoeld was.
Ik besluit er niet teveel woorden aan vuil te maken en maak enkel de opmerking dat ik het alles behalve stoer vind een jongetje van 5 uit te schelden .
Betrapt druipt de jongen af met zijn vriendjes.
En Sam en ik gaan samen op zoek naar een aantal mooie boeken om samen te lezen. Thuis bespreek ik het voorval nog eens met hem en prijs hem dat hij direct naar mij gekomen is, aangezien hij in zijn eentje natuurlijk niet op kan tegen deze grote jongen met zijn vriendjes.
Mijn grote drijfveer achter het willen helpen van gepeste kinderen is absoluut dat mooie mannetje van mij. De gedachte dat mijn eigen kind gepest zou worden, bang en onzeker zijn jeugd door moet, is iets wat mij zo enorm raakte dat ik me hierin verder wilde specialiseren. Niet gek is het dan ook dat ik hem misschien net wat bewuster dingen heb bijgebracht als het gaat over hoe om te gaan met anderen, in het algemeen, maar vooral ook in lastige situaties.
Sam redt zich prima, toch zal ook ik moet accepteren dat er dingen voor kunnen vallen waarbij dat misschien even niet gaat. Nu komt hij, met zijn 5 jaar, direct op mij afgerend om te vertellen wat er is gebeurd. Maar ook ik zal moeten accepteren dat er misschien een tijd komt waarbij hij dat niet meer doet.
Schuldgevoel
In mijn praktijk spreek ik namelijk veel ouders. Zo krijg ik nog wel eens telefoontjes van geëmotioneerde moeders. Ze vertellen me dan, vaak met de nodige tranen, hoe erg hun kind gepest wordt. Het pesten is iets wat al langere tijd speelt maar waarbij ouders nooit wat gemerkt hebben.
“Ik voel me zo schuldig dat ik nooit wat gemerkt heb!”
Maar is dat wel terecht?
Waarom kinderen vaak thuis niks vertellen?
Uit onderzoek blijkt dat minder dan de helft van de gepeste kinderen dit thuis vertelt! Schokkend niet waar?! Want jij als ouder wil toch niks anders dan dat het goed gaat met je kind? Je wilt je kind toch helpen?
En toch zijn er vele redenen waarom een kind, ondanks dat een kind dat weet, niks verteld:
- Ze schamen zich ervoor niet voor zichzelf op te willen komen,
- ze zijn bang niet te worden geloofd,
- ze denken dat het aan zichzelf ligt,
- ze denken dat het wel weer over gaat,
- ze willen hun ouders niet ongerust maken,
- ze zijn bang voor de gevolgen; misschien stapt mijn vader of moeder wel naar de juf/meesters, of erger nog naar de pesters,
- vertellen voelt als klikken
- ze willen gewoon dat je trots op hem bent!
De drempel om ouders in te lichten is dus best wel groot! Het is dus van belang als ouder ons bewust te zijn van kleine signalen die kunnen wijzen op pestgedrag.
Welke signalen zijn belangrijk?
Als je kind stiller wordt, zelden/nooit afspreekt met vriendjes, slechtere schoolprestaties heeft, nare dromen heeft, klaagt over buikpijn of hoofdpijn, niet meer graag naar school gaat, blauwe plekken heeft, spullen kwijt of kapot zijn dan KAN dit wijzen op pestgedrag, maar dit hoeft natuurlijk niet!
Signalen zijn aanwezig en dan?
Het geluk van je kind staat bovenaan. Hoe pijnlijk is het als je kind (mogelijk) slachtoffer is van pesterijen. Op het moment dat je pesten vermoed, zou je het liefst zo snel mogelijk weten wat er precies aan de hand is. Hoe graag je dat ook zou willen, is het niet handig je kind te gaan uithoren. Dit werkt vaak averechts.
Wat kunnen we wel doen?
- Toon interesse; stel open vragen en let daarbij vooral ook wat je kind tussen de regels door vertelt. Probeer tussendoor ook eens het onderwerp aan te snijden: “wordt er bij jullie op school wel eens gepest?”
- Er zijn veel (voorlees)boeken en films over pesten; deze zouden ingezet kunnen worden om het gesprek te openen.
- Achtergrondinformatie geven kan ook een manier zijn. De cijfers omtrent pesten liegen er bijvoorbeeld niet om; Deskundigen schatten dat ongeveer 350.000 kinderen en 250.000 volwassenen dagelijks gebukt gaan onder ernstige pesterijen! Kinderen voelen zich vaak erg eenzaam als ze gepest worden en hebben het idee dat het misschien aan hen ligt . Ze schamen zich ook vaak voor het feit dat ze gepest worden. Wetende dat er zoveel lotgenoten zijn maakt praten erover wellicht net wat makkelijker.
En dan?
En als het hoge woord er uit is en je kind geeft aan gepest te worden is het erg belangrijk rustig te blijven en geen overhaaste stappen te zetten.
Terwijl ik dit type, kijk ik achterom en zie die kleine Sam van me spelen.
“Makkelijk getypt mevrouw de pest-expert! Ze blijven van Sam af!”
En alhoewel ik instinctief de pesters zou willen opzoeken, de school meteen zou willen inlichten weet ik dat een kind in eerste instantie vooral gehoord wil worden. Luisteren is vaak in eerste instantie al voldoende. Bekijk daarna samen wat te doen. Zet vooral geen stappen zonder overleg met je kind; het kind heeft je in vertrouwen genomen en dat mag niet beschaamd worden.
Door Ilse Lodder – Trainer Omgaan met Pesten