Weerbaar, hoogbegaafd en gevoelig
Als docent Chinees geef ik veel les op basisscholen waar klassen passend zijn gemaakt voor hoogbegaafde kinderen. Hoewel de combinatie van docent Chinees en trainer sta sterk voor velen een bijzondere combinatie is, komt dit echter heel goed van pas.
Net als in ‘gewone’ klassen op basisscholen komen in deze HB klassen allerlei soorten kinderen voor: drukke, rustige, vervelende, verlegen en ga zo maar door. Sommigen hebben gedrag dat formeel gelabeld is als een stoornis, anderen hebben in de loop van hun (school)leven een label aangeleerd en vertonen bijzonder gedrag. Wat al deze hoogbegaafde kinderen gemeen hebben is dat ze erg gevoelig zijn, ook wel hoogsensitief genoemd.
Door hun hoge mate van gevoeligheid is deze groep kinderen in de klas erg gevoelig voor prikkels. Hun gevoel en zintuigen worden zeer sterk aangesproken. Het is lastig om al de prikkels die binnenkomen te filteren of uit te zetten. Sommigen kinderen vluchten in inactiviteit en luiheid, door alle prikkels is er weinig of geen ruimte meer in hun hoofd. Ze lopen over en kunnen lastig hun creatieve kanten laten zien. Anderen worden juist heel actief. Ook zij kunnen alles wat binnenkomt moeilijk filteren en ze maken zelf veel geluid en/of zijn heel beweeglijk.
Onzekerheid
Chinees leren is voor deze groep kinderen een uitdaging. Het nieuwe van deze taal, het anders zijn van de taal, de ingewikkelde karakters en de toontaal die op geen enkele manier lijkt op de taal die ze kennen, zorgt ervoor dat hun hoofd overspoeld raakt. Ze noemen het saai, moeilijk, ingewikkeld, de ontkenning zorgt voor onzekerheid. Daarnaast willen veel kinderen alles perfect doen. Dat is lastig als je nog helemaal niets weet van wat je gaat leren en het niet meteen begrijpt.
De kinderen reageren op de situatie op een manier die hun vaak niet helpt. Het denken en/of uitspreken dat iets saai, ingewikkeld of stom is, zorgt er niet direct voor dat het wel gaat lukken. De gedachte die ze hebben over de situatie of gebeurtenis is niet positief. Deze niet-helpende gedachte is een sombere gedachte en geeft je een naar gevoel bijvoorbeeld: somber, verdrietig, of boos. Soms merk je dit ook aan je lichamelijke reacties. Kinderen klagen dan over buikpijn of gaan zweten of trillen.
Helpende gedachten
In gesprekjes met kinderen in de klas of na de les bespreek ik die niet-helpende gedachte. Samen ga ik met het kind die niet-helpende gedachte uitdagen door vragen te stellen. Bijvoorbeeld als het kind zegt ‘ik leer het nooit, dan noem ik vragen op als: Is dat zo?, hoe weet je dat?, welk bewijs heb je dan dat het nooit lukt?, ben je er zeker van dat het echt nooit gaat lukken?. Onlangs sprak ik Dean aan na een les. In de les is hij weinig geïnspireerd, let slecht of niet op, klets veel met zijn vriendje (waar hij altijd naast gaat zitten), is geïrriteerd als hij wordt aangesproken en bij het maken van een opdracht bleef hij voor zich uit staren en vulde hij niets in en wordt heel verdrietig dat het niet gelukt is. De insteek voor het gesprek was hoe de lessen Chinees voor hem leuk kunnen zijn en hem inspireren en motiveren. In het gesprek met hem heb ik hem gevraagd wat hij goed kan (ideeën verzinnen) en wanneer het hem lukt om zijn concentratie te hebben. Na het uitvragen over zijn hobby’s benoemde hij dat hij na schooltijd aan schaken doet, en dat hij daar zijn concentratie kan houden. Daarnaast gaf hij aan dat het fijn is als er bij Chinees meer kan oefenen.
Ik heb met hem afgesproken dat ik hem elke les een kaartje geef waarop het doel van de dag staat. Dit doel schrijven we op in de vorm van een helpende gedachte. Dit kaartje legt hij op de tafel zodat hij tijdens de les zich daardoor kan laten inspireren. Doelen of gedachten die we bedachten waren: ik zie Chinees als een schaakspel; ik denk rustig na en doe een zet (maak een opdracht); ik kan het (mij concentreren op een opdracht).
Tijdens en na afloop van de les checkt hij in hoeverre zijn doel behaald is, ik kan hem aanspreken op zijn zelfgekozen kaartje, of op de zin die hij die les als doel heeft opgeschreven. Op deze manier kan ik zijn zelfbewustzijn en zelfcontrole aan spreken. Hierdoor is er positieve aandacht voor hemzelf door hem en door mij. Door deze positieve (helpende) gedachten, is zijn gevoel beter geworden. Hij is meer opgewekt en gemotiveerd in de les is en zal hij minder snel of sterk zijn negatieve gevoelens laten zien.