Gastblog geschreven door Neridda Harsevoort – Appelman, werkzaam bij DoenKids / KidsKonnect
Week tegen pesten
Van 27 september t/m 1 oktober 2021 organiseert Stichting School & Veiligheid weer de Week Tegen Pesten. Het motto dit jaar is: ‘Buitensluiten? Uitgesloten!’ Vanuit DoenKids willen hier graag in meedenken:
⦁ Hoe ga je pestgedrag tegen op een buitenschoolse opvang?
⦁ Hoe herken je het en wat zijn manieren om de sfeer binnen de groep goed te houden?
In deze blog lichten wij dit voor je uit. Vanuit DoenKids ondersteunen we pedagogisch medewerkers op de BSO bij activiteiten. Er staat er een nieuwe special online: ‘Hey jij, je hoort erbij!’ waarin verschillende activiteiten worden uitgelicht die je met de kinderen kunt doen. Daarnaast organiseren we samen met het Kenniscentrum Omgaan met Pesten webinars voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang in september.
Doe ook mee met de Week Tegen Pesten met jullie buitenschoolse opvang en maak een goede start in het nieuwe schooljaar. Samen kunnen we zorgen voor sociale veiligheid op de BSO.
Pestgedrag op de BSO
Hoe herken je het?
Het is belangrijk dat je als pedagogisch medewerker alert bent voor signalen die pestslachtoffers uitsturen. Deze lijst helpt je om ze in kaart te brengen: (Bron: website Stop Pesten Nu)
⦁ Mag niet meedoen bij spelletjes of wordt als laatste gekozen
⦁ Vermijdt de speelplaats of blijft dicht bij de pedagogisch medewerker
⦁ Ziet er ongelukkig, gestrest, depressief uit
⦁ Klaagt vaak over buikpijn, hoofdpijn
⦁ Heeft misschien niet één goede vriend
⦁ Wordt uitgelachen, onvriendelijk benaderd
⦁ Verandert het gedrag (stil en teruggetrokken of net agressief), soms is er een terugval (duimen, bedplassen, …)
⦁ Staat letterlijk alleen, heeft geen (goede) vrienden, gaat niet naar feestjes, brengt niemand mee
⦁ Slaapt slecht(er), heeft plots nachtmerries
⦁ Staat onder stress, is in paniek
⦁ Heeft (minder) zelfvertrouwen, durft niets alleen
⦁ Vermijdt de groep of de speelplaats
⦁ Neemt ‘onlogische’ wegen om zich te verplaatsen
⦁ Angsten over school of alleen zijn, vooral na het weekend of vakantie
⦁ Verandert het eetpatroon
⦁ Zoekt ‘veilige’ plekken op (in de buurt van de pedagogisch medewerker, veel passage, …)
⦁ Heeft regelmatig kapotte spullen of verwondingen
Pesters kunnen ook bepaalde signalen afgeven die je zou kunnen herkennen:
⦁ Weigert om met bepaalde mensen samen te werken
⦁ Zet zich af tegen de groep, speelt de baas
⦁ Pikt er snel zwakke plekken uit
⦁ Kan zich moeilijk inleven in anderen
⦁ Aanvaardt moeilijk regels en grenzen
⦁ Reageert vaker impulsief en agressief
⦁ Signalen van een dubbelleven: in de buurt van autoriteit is er niets aan de hand, op onbewaakte momenten misdraagt het kind zich
Niet al deze signalen komen bij alle pesters of gepesten voor en al zeker niet in dezelfde mate. Het zijn enkele signalen die alarmbellen kunnen doen afgaan.
7 Tips om met pestgedrag om te gaan
1. Neem gevoelens van kinderen serieus. Luister en benoem wat je ziet. Als een kind zich serieus genomen voelt geef je het signaal af dat hij of zij bij je terecht kan. Het geeft een veilig gevoel!
2. Geef het kind de tijd om te vertellen wat er gebeurt. Het is belangrijk om hem of haar een uitgebreid verhaal te laten vertellen: Wat heb je gezien? Wat heb je gehoord? Wat vind je daarvan?
3. Bespreek de reactie op de gebeurtenis en of hij of zij misschien anders had willen reageren. Ben je tevreden met je reactie of zou je het een volgende keer anders willen aanpakken?
4. Probeer om samen oplossingen te bedenken. Zijn er misschien vrienden van het kind die hem of haar kunnen ondersteunen als het pesten begint? Of is er misschien een andere oplossing die je kunt inzetten?
5. Het is belangrijk om als pedagogisch medewerker je kennis over pesten te blijven vergroten. Hoe herken je het? Hoe voorkom je het? En wat zijn de gevolgen? Hoe meer kennis je hierover hebt, hoe beter je de kinderen kunt ondersteunen.
6. Belangrijk: geef zelf het goede voorbeeld. Je hebt een voorbeeldfunctie en kinderen zullen je continue observeren en kopiëren.
7. Heb je een vermoeden dat er gepest wordt? Deel je vermoedens dan met collega’s en neem eventueel vervolgstappen. Ga met de kinderen in gesprek en bespreek de ernst van de situatie met hen. Pesten wordt niet geaccepteerd! De BSO is namelijk een belangrijke oefenplaats voor sociale vaardigheden. Als hier aandacht wordt besteed aan een veilig leefklimaat en een positieve sfeer, zal dat een goede uitwerking hebben op alle kinderen. En dit zal ervoor zorgen dat er minder pestgedrag voorkomt. Hieronder lees je tips hoe je praten over pesten kunt bevorderen.
Tips om praten over pesten te bevorderen
Praten over pesten is zo makkelijk nog niet. Het is een zwaar onderwerp wat vaak ook veel angst met zich meebrengt: angst om uitgelachen te worden, angst om nog meer gepest te worden en angst om er nog minder bij te horen. Wij zetten een aantal tips voor je op een rijtje om het praten op de groep te stimuleren. (Bron: website Week Tegen Pesten)
1. Werk vanaf dag één aan het opbouwen van een positieve relatie met de kinderen
Onderzoek toont aan dat de dagelijkse omgang van de leerkracht met leerlingen al kan helpen om pesten te verminderen. Hetzelfde geldt voor pedagogisch medewerkers en de kinderen op de groep. Voorbeelden van het stimuleren van een goede relatie zijn een persoonlijke begroeting bij de deur of een weekopening waarbij alle kinderen mogen vertellen wat hen bezighoudt. Een positieve relatie kan kinderen het gevoel geven dat ze altijd bij hun begeleider terecht kunnen met problemen, dus ook bij pesten.
2. Vorm met de hele groep normen over wat wel en niet acceptabel is in omgang met elkaar
Het is aan te raden om in de groep een helder onderscheid te maken tussen melden en klikken. Door te melden zoekt een kind hulp zodat het pesten stopt, bij klikken wil diegene alleen dat anderen (bijvoorbeeld pesters) in de problemen komen. Als kinderen melden dat er een pester actief is zijn zij vaak bang zijn om zelf het volgende slachtoffer worden. Door duidelijk te communiceren dat er een verschil is tussen melden en klikken wordt deze stap misschien minder groot voor hen.
3. Het is ook goed om zelf alert te blijven op signalen die mogelijk kunnen wijzen op pesten
Gepeste kinderen kunnen onder de radar blijven als ze dit aan niemand durven te vertellen. Denk hierbij aan kinderen die steeds als laatste gekozen worden bij spelletjes, die op de buitenspeelmomenten treuzelen om naar buiten te gaan of kinderen die klagen over hoofdpijn of buikpijn.
De wens van het kind hoort centraal te staan in het aanpakken van pesten.
Een grote angst van gepeste kinderen is dat het pesten erger wordt. Daarom is belangrijk om de situatie altijd serieus te nemen, aangezien een gepest kind soms al veel heeft moeten doorstaan voordat hij of zij aan de bel trekt. Geef daarom ook aan dat er geen acties worden ondernomen achter de rug van diegene om. Zo voorkom je dat een gepest kind bij een volgende pestsituatie zwijgt.
Meer manieren
Uiteraard zijn er veel meer manieren om praten over pesten te bevorderen. Zo kun je bijvoorbeeld eens in het kwartaal een kort een-op-een gesprekje inplannen met ieder kind om te bespreken hoe het met hem gaat en of er nog bijzonderheden zijn. Als kinderen niet durven te praten over pesten zouden zij dit ook op andere manieren kunnen communiceren. Denk bijvoorbeeld aan een doos op de groep waar zij anoniem briefjes in kunnen stoppen.
Vertellen aan de kinderen van het bestaan van de Kindertelefoon is ook een hele goede optie. Ze kunnen dan hun verhaal kwijt aan een buitenstaander en kunnen anoniem bellen. Misschien geeft dit hen net dat extra duwtje in de rug om het toch aan iemand uit hun eigen omgeving te vertellen.
Conclusie: Om te voorkomen dat gepeste kinderen niet worden gezien en hier jarenlang last van hebben is praten het sleutelwoord. Kinderen moeten te horen krijgen dat praten over pesten oplucht en dat dit mag. Maak hier dus een onderwerp van wat alledaags en ‘gewoon’ is om over te praten. Laat hun weten dat het (helaas) vaak gebeurt en dat het niet erg is om hier iets over te zeggen. Zorg ervoor dat de kinderen het gevoel hebben dat zij er altijd over mogen en kunnen praten.
Wat kun jij doen?
“Een goede sfeer in de groep is het beste tegengif. De pester en meelopers stoppen pas echt als zij geen aandacht meer krijgen van de groep. Breng het juiste tegengif in en pak het pesten aan met de hele groep, klas of team!”
Bespreek dit met de kinderen: Wat kun JIJ doen om pesten tegen te gaan? (Bron: website Stop Pesten Nu)
1. Verplaats je in degene die wordt gepest
Stel je eens voor hoe het is om in de schoenen te staan van iemand die wordt gepest. Om niet naar school of naar de BSO te durven. Om keer op keer belachelijk gemaakt te worden. Om geen vrienden te hebben en er helemaal alleen voor te staan. Pesten kan je leven in een nachtmerrie veranderen. Niet alleen op het moment van pesten zelf, maar ook nog lange tijd daarna. Veel mensen die zijn gepest, kampen jaren later nog met ernstige klachten.
2. Praat met degene die gepest wordt
Als je ziet dat iemand wordt gepest, probeer daar dan met hem of haar over te praten. Vertel dat je ziet dat er gepest wordt en hoe erg je dat vindt. Alleen al het feit dat iemand ziet wat er gebeurt, kan voor een pestslachtoffer enorm veel betekenen.
3. Doe je mond open tegen pesters
Als je getuige bent van pesterijen, confronteer de pester dan met zijn of haar gedrag en zeg wat je ervan vindt. Dat is spannend, maar kan heel goed werken. Hoe meer mensen pesters vertellen hoe belachelijk het is wat ze doen, des te eerder ze er mee zullen stoppen. En denk daarbij dan weer even aan puntje 1: hoe zou jij het vinden als je zou worden gepest?
4. Geef pesters niet de aandacht waar ze om vragen
Pesten is vooral ‘leuk’ als er veel mensen getuige van zijn. Pesters voelen zich ver verheven boven hun slachtoffer en aan die status hebben ze natuurlijk niets als het niet wordt gezien. Ga er dus niet als een ramptoerist bij staan als je ziet dat iemand wordt gepest en ga ook niet heel hard lachen als er beledigende grappen worden gemaakt. Wijs de pesters op hun gedrag en laat ze vervolgens gewoon links liggen.
5. Zoek medestanders om pesten tegen te gaan
Pestgedrag los je vaak niet in je eentje op. Vertel het aan leraren, pedagogisch medewerkers of andere volwassenen en vraag ze om in te grijpen. Als je bang bent om zelf het volgende slachtoffer van de pesters te worden, vraag dan of de inhoud van het gesprek vertrouwelijk mag blijven. Ook door anderen te vragen om het pesten te stoppen, help je mee om het probleem te verhelpen.
6. Geloof niet alles wat er over iemand wordt gezegd
Ook online wordt er flink gepest. Cyberpesten gebeurt vaak door het verspreiden van roddels via WhatsApp, SnapChat of Instagram. Roddels die vervolgens klakkeloos worden overgenomen. Doe niet mee aan het verspreiden van dit soort verhalen en vertel degene over wie het gaat wat je hebt gehoord.
Nieuwsgierig naar DoenKids?
Vragen aan DoenKids?
Nieuw in DoenKids: Hey jij, je hoort erbij!
In de special ‘Hey jij, je hoort erbij!’ (voor abonnees) vind je diverse activiteiten die het samenwerken bevorderen en waarbij elk kind kan laten zien hoe uniek hij/zij is. Het programma is een geweldige manier om de sfeer op de groep te bevorderen en om de kinderen elkaar beter te laten leren kennen. Superleuk om in te plannen tijdens de Week Tegen Pesten. Maak een ‘dit ben ik shirt’ of schrijf een ‘complimentenrap’ voor elkaar. Liever zin in iets lekkers? Duik dan samen de keuken in om een heerlijke ‘vriendschapssoep’ te maken. Je vindt het programma onder het kopje ‘voorbeelden’. Bij dit programma vind je ook een poster van dit thema en een e-book, boordevol nuttige informatie, bruikbare boeken, films die aansluiten bij het thema én een liedjeslijst. De poster kun je downloaden, printen en tijdens de Week Tegen Pesten ophangen op je locatie.
Meedoen met de Week Tegen Pesten?
De Week Tegen Pesten is oorspronkelijk bedoelt voor scholen. Je kunt je als school aanmelden.
Als je werkzaam bent binnen de kinderopvang kun je natuurlijk ook gewoon meedoen!
Vul dit formulier in en wordt weergegeven op het Google-kaartje van de Week Tegen Pesten 2021.
Op de website staat gratis (les)materiaal bij het thema: Buitensluiten? Uitgesloten!
Bestel ook de gratis poster ‘Wij doen mee!’ om op te hangen.