Pesten hardnekkig, maar nog wereld te winnen
Voor de stichting heeft Mirelle samen met Tessa Kaufman een interview gegeven aan Ciska de Graaff van CNV schooljournaal. Ciska heeft hier het volgende artikel uit geschreven:
‘Helemaal voorkomen kunnen we het nooit, want pesten zit in de mens. Maar er is nog wel een wereld te winnen’, zegt Mirelle Valentijn, voorzitter Stichting Omgaan Met Pesten, over recent onderzoek naar pesten. Daar kwam uit dat bijna zes op de tien leerlingen tussen 9 en 13 jaar zijn of nu worden (14 procent) gepest, vaak buiten het zicht van de docent.
Eind september was het de Week tegen het Pesten. Aan de vooravond van die week liet NOS Jeugdjournaal onderzoeken hoe vaak pesten voorkomt. Uitkomst: bijna zes op de tien leerlingen van 9-13 jaar heeft er mee te maken (gehad). 14 procent wordt op dit moment gepest. De meeste kinderen zeggen dat hun docent het niet in de gaten heeft. En tachtig procent van de ondervraagde leerlingen wil dat er meer les wordt gegeven over stoppen van pesten. Eén op de vijf kinderen praat met niemand over het gepest worden, uit angst of schaamte.
Menseigen
‘Ik zou willen zeggen dat we het ooit kunnen uitbannen, maar het is helaas menseigen: ergens bij willen horen door een ander kleiner te maken’, zegt Tessa Kaufman, socioloog en pedagoog aan de Rijksuniversiteit Groningen en gespecialiseerd in pesten. ‘Het gebeurt overal en in alle leeftijdsgroepen. Maar we kunnen er wel hard aan werken om het snel te signaleren en aan te pakken.’
Scholen werken er al hard aan: ze hebben pestprotocollen, houden zich aan de Wet Sociale Veiligheid op School, hebben antipestcoördinatoren en gebruiken een anti-pestprogramma. ‘Maar het begint er al mee dat op de pabo’s en lerarenopleidingen niet veel aandacht wordt besteed aan pesten, waardoor veel leraren niet genoeg kennis hebben van pesten. Dan is het lastig om pesten te voorkomen of aan te pakken. Scholing dus!’
Bewezen effectief
‘Scholen gebruiken verder niet altijd een anti-pestprogramma waarvan de effectiviteit is bewezen’, vervolgt Kaufman. ‘Dan vinden ze het bijvoorbeeld te veel tijd kosten. Ik zou adviseren om KiVa, Prima of Taakspel te gebruiken, die zijn effectief bewezen. En verweef dat in je hele schoolcultuur, dus houd het niet bij één geïsoleerd lesje per week, maar koppel het aan alles wat er gebeurt in de school. In het voortgezet onderwijs bijvoorbeeld moet je normen afspreken die bij élke docent gelden. En zorg ervoor dat er pleinwacht is, die écht kijkt naar sociale interacties. Pesters zijn slim, die pesten als de docent er niet bij is. En als leerkracht heb je nu eenmaal niet acht ogen. En ook online pesten is moeilijk te traceren. Het gaat dus echt om een veilige sfeer creëren: zó gaan we met elkaar om.’
Kluisjes
Mirelle Valentijn, zelf ooit gepest, moeder van een gepeste dochter en voorzitter van de Stichting Omgaan met Pesten, heeft ook niet de illusie dat pesten zal verdwijnen. ‘Nee, het zit in de mens. Maar ik denk wel dat er meer kan dan nu gebeurt. Vaak besteden scholen één keer per week of per twee weken een les aan pesten, maar ze moeten het vérder brengen, uitrollen over de hele week, verbinden aan het nu, aan daadwerkelijk gedrag. Juist op momenten dat de docent de leerlingen niet in beeld heeft, wordt er gepest, zoals bij de toiletten, de kluisjes, bij het in- en uitlopen van de school, in de pauzes, in appgroepen, op social media. Voer daar gesprekjes over met je leerlingen als ze terugkomen van pauze, vraag of er problemen zijn, hoe het gaat en ontdek samen oplossingen. Laat zien dat alles bespreekbaar is. Loop als mentor eens door de aula en let op wie met wie bevriend is en wie vaak alleen zit. Vraag in start- en rapportgesprekken hoe het gaat met een leerling, niet alleen op cognitief vlak, maar juist ook op sociaal-emotioneel vlak. En zie ouders als partners, met wie je sámen kunt werken om pesten tegen te gaan.’
Mobiliseren
Belangrijk is ook om in te zien welke rollen de leerlingen innemen: pester, assistent, meeloper, buitenstaander, slachtoffer en verdediger. ‘Vooral in de groep buitenstaanders is winst te behalen’, zegt Valentijn. ‘Deze kinderen zijn in principe tegen pesten en voelen empathie met het slachtoffer, maar missen nog de competenties om in te grijpen. Deze kinderen kun je weerbaarder maken, je kunt ze adviseren om met een andere buitenstaander op te trekken, of bij de verdediger te gaan staan als steun. Je kunt in een stroomdiagram duidelijk maken hoe het gaat als een slachtoffer zich meldt, dat er alleen iets gebeurt als het kind het zelf wíl.’ Ook melden kun je minder eng maken, weet Valentijn. ‘Zet een brievenbus in je klas waar een kind ongezien een briefje in kan doen, of geef je mailadres aan de leerlingen. Slachtoffers durven vaak niet, maar buitenstaanders kunnen dat wel doen. Maak duidelijk dat het geen klikken is, maar opkomen voor een ander, zorgen voor elkaar.’
Trainers
Mocht je na het lezen van dit artikel meer willen weten over de trainingen die de Stichting Omgaan met Pesten aanbiedt, kijk dan eens op onze dienstenpagina.
Het is ook mogelijk om een trainer in te zetten voor een training of workshop. De trainers zitten door het hele land zoals te zien is op onze landkaart; er is er altijd wel een in de buurt.